Mentaal paardrijden?

Wie heeft nog nooit eens angst gevoeld tijdens een of andere situatie bij paardrijden.

Dit is eigenlijk zeer logisch want we hebben allemaal een ‘oer-instandhoudingsgevoel’ dat ons verwittigt bij mogelijk  gevaar.

Anders wordt het, wanneer dit oer-instinct  ons denken en handelen constant gaat bepalen.

Vaak komt angst voort uit een herinnering aan een val of een onaangenaam moment dat we beleefd hebben te paard.

Stel dat je al 500 maal probleemloos hebt paard gereden en dan komt er plots eens een val.

uit L’équitation illustrée

Dit voorval impacteert je zodanig dat je enkel nog kan denken aan dat ene moment en dat de vorige 500 keren dat het vanzelf ging, plots vergeten zijn.

Angst kan je rijden behoorlijk in de weg zitten en je vooruitgang belemmeren of  in sommige gevallen je zelfs volledig doen afhaken.

Dus voor al wie in dat geval zit, een paar tips en wat background informatie…

1. Het onderbewustzijn van een mens bestaat geheel of gedeeltelijk uit een doelbewust mechanisme dat tracht beelden die in onze verbeelding leven te realiseren.

2. Het ziet geen verschil tussen werkelijkheid en verbeelding!

3. Het heeft levendige beelden nodig om efficiënt te kunnen werken.

Rinkelt er al een belletje bij het lezen van deze lijntjes?

Hoe levendiger je je de val van vorige keer voorstelt hoe meer je er van zult krijgen op één of andere manier.

Het onderbewustzijn is onpersoonlijk en heeft geen opinie.

Wat het doel ook moge wezen, het zal zijn best doen om te bewerkstelligen wat je het vraagt.

Het is misschien wel een aanrader steeds tegen jezelf te zeggen:

‘Ik kan alles doen Wat Ik Nodig heb om… (vul zelf aan)

Noem dit het WIN- mechanisme. (uit Paardrijden, Jane Savoie)

Jij en jij alleen beslist of je je onderbewuste als een WIN-mechanisme of een VERLIES-mechanisme programmeert.

Visualiseren met mentale beelden is een bijzonder belangrijk punt om je gedachten te leren controleren.

Als je je levendig kan voorstellen dat je vereiste doel al bestaat dan zal je WIN-mechanisme je helpen dit te bereiken.

Je moet specifieke doelen stellen én daar een duidelijke termijn op plakken.

Veel van wat jij beschouwt als geluk of pech is eigenlijk het resultaat van je geest die zijn best gedaan heeft om je doelen te verwezenlijken…

In jezelf geloven is een dagtaak!

Het bewustzijn kan je geloof in jezelf ondermijnen. Het stelt jou zeer redelijke vragen.

Bv.

  • Je bent maar een amateur die het opneemt tegen professionele ruiters op wedstrijd
  • Waarom ben je zo zeker dat je dat wel kan?

Dit is dat ‘negatieve’ stemmetje dat je geloof in jezelf ondermijnt.

Negeer dit stemmetje en vertrouw op je WIN-mechanisme.

Wordt vervolgd!

Tempocontrole

Hoe voer je nu precies die tempocontrole uit?

Telkens weer stel ik vast als mensen een Freiberger komen uitproberen dat ze vanaf de eerste pasjes op stap het paard gewoon ‘volgen’. Met andere woorden: het paard stapt zoals hij het wil richting piste.

Als het paard dat eerst werd voorgereden door iemand anders, de volgende ruiter op zijn rug krijgt, zie je meteen dat ritme wegvallen.

Het paard voelt het verschil stante pede aan.

De ruiter, die het paard komt uitproberen en het dier dus niet kent, is automatisch eerst wat voorzichtig aan het voelen naar de reactie van het paard op zijn beenzetting.  

Eens dat hij het paard dan op draf zet, zie je het gebeuren.

De ruiter probeert de draf van het paard te volgen.

Het paard dicteert het tempo en niet omgekeerd. De draf ziet er dan eerder rommelig en ongecontroleerd uit met weinig vast ritme.

Het beste voorbeeld om dit te illustreren is de fiets.

Stel dat je een helling afrijdt met je fiets en plots merk je op dat je je pedalen niet meer kan volgen. Je fiets gaat hoe langer hoe sneller. Wat doe je in zo’n geval? ….

Wel dit is hetzelfde bij paardrijden. Zodra je merkt dat je paard het ritme en de snelheid bepaalt, grijp je in.

Je hand sluit zich en dan begin je in je zit het ritme te leggen, op-en neer, de 1-2, die JIJ bepaalt.

Je paard gaat jouw ritme direct volgen. Je bent de dirigent van jouw orkest. Jij geeft de maat aan.

Hierdoor maak je je paard ‘volgend’ en ben jij de leider.

Ik vergelijk het met een trampoline. Jij bepaalt door je ‘sprong’  hoe hoog of hoe laag en met welke kracht je springt.

Wel op een paard is dit net hetzelfde.

Hou rekening met wat ik eerder reeds beschreef in verband met je loodlijn, je ademhaling en je buik.

Als je paardrijdt moet je steeds tellen: Op stap tot 4, op draf tot 2 en in galop tot 3.

Succes!

Hoe controle houden over die 4 paardenbenen?

Dit is een uitermate belangrijk onderwerp in eerste instantie voor je veiligheid omdat je paard je meteen ‘leest’ en voelt wie de baas is en wie controle heeft.

Vanaf je je neerzet op een paard, weet het dier al wie er op zijn rug zit. Alleen al het opstappen en hoe en waar je neerkomt in het zadel vertellen hem alles.

We zijn als mens tweevoeters. Zodra je op een paard stapt ben je een viervoeter.

Hiermee bedoel ik dat jij het bent die duidelijk maakt waar, hoe en hoe snel die 4 benen zullen gaan.

Je moet steeds een duidelijke intentie hebben voor jezelf.

Tempocontrole is hier een zeer belangrijk voorbeeld van.

Stel: je stapt ‘s morgens in je auto om naar je werk te rijden en dan gaat jouw wagen plots een totaal andere richting uit willen. Lachwekkend, idioot? Inderdaad, maar op een paard zeggen sommige ruiters dan: ‘Hij wil daar niet naartoe!’  

Eigenlijk is het dan al een beetje verbrand en weet je lieve paard al dat hij kan doen wat hij wil met jou.

In een kudde hebben paarden- los van hun alfamerrie en hun leidende hengst – ook onderlinge vriendjes waar ze gaan mee spelen en zichzelf aan bewijzen, hun hiërarchie binnen hun vriendenkringetje.

Ik vergelijk het steeds met kinderen op een speelplaats. Eentje beslist welk spel ze gaan spelen en de rest doet mee. Soms wil een ander kind beslissen maar dan zegt zijn vriendje: ‘Hier heb ik geen zin in, ik wil spel xxx spelen.’

Wel dit is nu wat het paard eigenlijk ook telkenmale uitprobeert met jou.

Als hij het ‘spel’ kan kiezen, ben je verloren.

Echter, zodra hij merkt dat iemand anders over het spel beslist en voet bij stuk houdt dan zal hij zich meteen overgeven, je maatje worden én innerlijke rust gewaarworden. Hij moet geen leiding nemen, oef! Iemand doet het even voor hem.

Dit gevoel creëert bij het paard ontspanning. Hij leidt niet langer, hij volgt!

Wat niet wegneemt dat je paard constant het spelletje zal proberen naar zijn hand te zetten.

Hij zal telkens opnieuw heel subtiel proberen jou volgend te maken waardoor hij opnieuw leidend wordt.

Voor hem is dit een spel. Voor jou kan het anders uitdraaien.

Hoe herken je dit?  In honderden manieren…

Bijvoorbeeld: een hoek proberen afsnijden, vroegtijdig willen afwenden, effe de achterhand uit de cirkel gooien, niet willen overgang rijden waar jij het nu precies wou, even proberen versnellen of net niet…

Dus telkenmale opnieuw ga je je hierin moeten bewijzen. Het blijft een eeuwig spel waarin jij de bovenhand moet proberen houden.

Geef geen duimbreed toe of je bent de klos en je kan opnieuw je leiding moeten terugwinnen met een paard dat ondertussen al lang doorheeft wat zijn mogelijkheden zijn.

Volgende keer vertel ik je HOE je dat kan oplossen.

Een vragenlijst voor jou…de STAP.

Ik tracht iedere keer logisch voort te bouwen op de vorige posts.. Zo nodig herlees ze een keertje of doe de oefeningen zonder paard nog een keertje!

Eerst besprak ik de loodlijn, dan de ademhaling in 2 aparte posts.

Voor vandaag maakte ik een lijstje op voor jou met wat vragen voor jezelf voor de eerstvolgende keer dat je gaat rijden.

Kopieer de tekst maar en neem iemand mee om je voor te lezen terwijl je stapt.

Neem vooral de tijd om gewaar te worden wat je aan het doen bent, tussen elke vraag.

Bedoeling is om ‘vast te stellen’ en een gesproken antwoord is niet vereist.

Weet dat paardrijden vooral voelen is!

Eerst een paar algemene bedenkingen voor je begint rond te stappen…

  • Hoe draag je je hoofd? Sta eens stil bij de houding die je automatisch aanneemt? Kan het ook anders? Probeer eens eender wat houding uit en voel of je paard plots enige reactie geeft. Bv, observeer het orenspel, briesen…
  • Zit je nek los of verbindt die je hoofd met je rug?
  • Hoe adem je, hoog en kort of laag en diep? Steeds of soms? Wanneer doe je wat?
  • Kan je je zwaar in je buik maken of doe je dit steeds? Hoe doe je dat?
  • Sta eens recht op je beugels en voel of je meteen kunt rechtop blijven staan. Zo weinig mogelijk druk op de beugels!
  • Val je om? Naar voor of naar achter?
  • Verleg je benen opdat je je balans vinden kan. Dit is je loodlijn.
  • Hoe liggen je tenen in je laarzen? Opgekruld of ontspannen?
  • Hoe houd je je schouders? Hou je spanning vast en trek je ze wat op? Of laat je ze zachtjes afhangen?

Vergroot nu eens je bewustzijn op stap…

Neem bij elke vraag de tijd om te voelen…

Laat misschien iemand je paard aan de hand nemen en doe eventueel je ogen dicht! Met ogen dicht ga je automatisch in jezelf keren, je lichaam beter gewaarworden, je paard beter voelen en hier en nu zijn. Je paard is STEEDS hier en nu!

1. Hoe wordt je rechter zitknobbel bewogen door het paard ? Beschrijf!

2. ‘Duw’ je met je zit om je paard in beweging te zetten?

3. Zijn beide zitbeenknobbels gelijk in druk op beide rughelften ?

4. Zit je op je zadel of in je zadel ?

5. Kan je voelen dat je paard jou mee beweegt in zijn beweging? Hoe zou je die beweging analyseren? Links-rechts, voor-achter, boven-beneden of alle 3 tegelijk?

6. Ben je bewust van je eigen ademhaling en van die van je paard ?

7. Voel je meer gewicht op 1 zitbeenknobbel?

8. Voelt 1 zitknobbel hoger (minder duidelijk) aan dan de andere ?

9. Hoe voelt de linker-rughelft van je paard aan t. o de rechter ? Gelijk of niet

10. Swingt zijn ribbenkast meer naar links dan naar rechts? Omgekeerd of gelijk ?

11.Wat gebeurt er met je linkerbeen als zijn ribbenkast naar rechts swingt? Waar gaat dat been naartoe? Weg van, of naar de paardenbuik toe?

11. Als zijn ribbenkast naar rechts gaat, gaat je linkerknobbel dan omhoog, omlaag of beweegt hij niet ?

12. Wegen je benen en knieën zwaar naar beneden vanuit je heupen? Of trek je je benen eerder wat op?

14. ‘Laat’ je het paard je benen/zit/handen bewegen ?

15. Laat je je handen, armen mee bewegen door het paard ? Allebei ?

16. Laat dit je paard toe om zichzelf te verlengen, zijn nek te stretchen voorwaarts-neerwaarts ?

17. Moedigt dit hem aan om zichzelf lang te maken en zelf naar het bit toe te reiken met een lange soepele rug?

18. Voelt zijn ribbenkast meer uitgerokken aan als hij zichzelf stretcht en verandert dit zijn ademhalingsritme?

19. Kies een voorwerp dat je nu ergens ziet en bekijk het alsof het de eerste keer is. Wat zie je ? De vorm? De kleur? De vorm en de materie? De vorm, materie en kleur ?

20. Kan je geluid horen in je buurt?  Zijn er vele soorten geluid? Zo ja, hoeveel kan je er dan horen ?

21. Ben je dus HIER en NU, ‘Zen’ dus?

Begin hier al eens mee, niet 1 keer, maar maak er een gewoonte van om je op te warmen door deze vraagjes even door je hoofd te laten lopen vooraleer verder op te warmen.

Succes!

Heb je iets ‘waardevols’ geleerd met deze test?

Of… juist dingen bij jezelf ontdekt?

Ademhaling en paardrijden: deel 2

Als je de laatste oefeningetjes van mijn post gisteren uitgeprobeerd hebt dan zal je inderdaad moeten toegeven dat wanneer je je spieren opspant, ook de rest van je lichaam zich elders zal opspannen en dat dit een vrije diepe ademhaling grotendeels blokkeert of minstens hindert.

Waarom is dit zo belangrijk om weten tijdens je rijden?

Wel, herinner je dat ik in het eerste artikeltje sprak over het zwaartepunt van het lichaam van zowel paard als ruiter. Hier draait nu juist alles om.

Wanneer je lichaam zich ontspant zal je merken dat je ademhaling doorloopt tot onderaan in je buik. Wanneer je spanning maakt zal je ademhaling zich vastzetten meer bovenaan in je borstkas.

Je zwaartepunt bevindt zich laag bij een volledige buikademhaling en hoog bij een korte oppervlakkige ademhaling.

Aangezien het zwaartepunt van jouw lichaam en dat van je paard heel dicht tegen mekaar aanliggen, heb je er dus alle baat bij om te oefenen op een diepe ademhaling.

Je paard voelt gewoon waar JOUW zwaartepunt zich bevindt en zal daar op reageren of … juist van profiteren.

Een hoog gelegen zwaartepunt door beperkte ademhaling geeft een onstabiele, zwakkere ruiter. Daarentegen een diep zwaartepunt geeft je massa, stabiliteit en straalt rust en zekerheid uit naar je paard.

Ik hoor sommige lezers nu denken: ‘Ik kan niet door mijn buik ademen’.

Eigenlijk is het heel eenvoudig. Ik geef je meteen een truukje.

Eerst en vooral: LAAT JE BUIK LOS, dus geen buik intrekken!

Tweede punt: Laat je mond heel lichtjes open en adem even door je mond in en uit.

Eens je hiermee vertrouwt bent kan je eenvoudig door je neus in-en uitademen.

Belangrijkste is BUIK LOS!

Je zal merken zodra je je buik los laat, je lucht daar meteen naartoe gaat en je het gevoel geeft dat  niet alleen je buik uitzet maar je zal ook je rug voelen expanderen/uitzetten.

Oefening 1:

Doe dit eens op een stoel. Zit op de rand van je stoel, recht op je zitbeenknobbels met je voeten onder je bekken.

Trek je buik in en adem in, voel hoe je lucht blijft steken hoog in je borstkas. Voel spanning in je lichaam opbouwen.

Laat dan je buik los, voel opnieuw je lucht en word gewaar hoe zwaar en breed ‘je zit’ nu in je stoel aanvoelt en hoe bewust je wordt van je zitbeenknobbels. Hoe je gewicht zich verdeelt en verbreedt over je zitbeenknobbels en je ganse zitvlak. Je maakt als het ware een kussen van je zitvlak.

Oefening 2: Doe dit nu opnieuw op je paard. Eerst terwijl hij stilstaat. Word je zit gewaar. Let op je loodlijn! Voel je zitbeenknobbels en NIET je staartbeentje. 

Oefening 3: Zet je paard in beweging op stap en doe hetzelfde als op je stoel en voel de reactie van je dier als je je buik loslaat nadat je hem hebt ingetrokken. Het kan zelfs zijn dat bij de uitademing je paard gewoon vertraagt, aarzelt om te stoppen of zelfs volledig stopt. Belonen!!

Als je dit wat controleert ga dan eens op draf en test het uit terwijl je draaft en maak dan eens een overgang naar stap: buik los en zachtjes door je neus of mond uitademen .

Sommige paarden maken de overgang naar stap terwijl je inademt naar je buik toe, anderen doen het dan weer bij het uitblazen. Dat kan afhangen van de reactiviteit van je paard. Jonge paarden zijn daar heel receptief voor.

Oefening 4: Je kan er nu een spel van maken. Voel het verschil in draven met buik ingetrokken en los. Voel hoe jij jezelf voelt, hoe je zitkussens aanvoelen en hoe je paard -onder je -zijn draf wijzigt.

Probeer ook de galop en vraag je overgang naar draf gewoon op je lucht.

Als het lukt kan je zelfs voor jezelf stellen dat je door jeademhaling op een bepaalde plaats in de bak/piste een overgang wil maken, bv aan een bepaalde letter.

Veel plezier en keep me posted over je ervaringen! 😉

Test het uit en ik ben benieuwd!