Tempocontrole

Hoe voer je nu precies die tempocontrole uit?

Telkens weer stel ik vast als mensen een Freiberger komen uitproberen dat ze vanaf de eerste pasjes op stap het paard gewoon ‘volgen’. Met andere woorden: het paard stapt zoals hij het wil richting piste.

Als het paard dat eerst werd voorgereden door iemand anders, de volgende ruiter op zijn rug krijgt, zie je meteen dat ritme wegvallen.

Het paard voelt het verschil stante pede aan.

De ruiter, die het paard komt uitproberen en het dier dus niet kent, is automatisch eerst wat voorzichtig aan het voelen naar de reactie van het paard op zijn beenzetting.  

Eens dat hij het paard dan op draf zet, zie je het gebeuren.

De ruiter probeert de draf van het paard te volgen.

Het paard dicteert het tempo en niet omgekeerd. De draf ziet er dan eerder rommelig en ongecontroleerd uit met weinig vast ritme.

Het beste voorbeeld om dit te illustreren is de fiets.

Stel dat je een helling afrijdt met je fiets en plots merk je op dat je je pedalen niet meer kan volgen. Je fiets gaat hoe langer hoe sneller. Wat doe je in zo’n geval? ….

Wel dit is hetzelfde bij paardrijden. Zodra je merkt dat je paard het ritme en de snelheid bepaalt, grijp je in.

Je hand sluit zich en dan begin je in je zit het ritme te leggen, op-en neer, de 1-2, die JIJ bepaalt.

Je paard gaat jouw ritme direct volgen. Je bent de dirigent van jouw orkest. Jij geeft de maat aan.

Hierdoor maak je je paard ‘volgend’ en ben jij de leider.

Ik vergelijk het met een trampoline. Jij bepaalt door je ‘sprong’  hoe hoog of hoe laag en met welke kracht je springt.

Wel op een paard is dit net hetzelfde.

Hou rekening met wat ik eerder reeds beschreef in verband met je loodlijn, je ademhaling en je buik.

Als je paardrijdt moet je steeds tellen: Op stap tot 4, op draf tot 2 en in galop tot 3.

Succes!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *